Week 3 is ook al weer voorbij…

Zoals in Nederland brak bij ons maandag ook weer een nieuwe week aan. Zoals elke ochtend om 6:30 ging de wekker en dat betekend weer een nieuwe dag voor de boeg.

Deze week liep ik mee met het de plant protection department. Deze afdeling zorgt voor de chemicaliën van bereiding tot het spuiten op de plant. Uiteraard heb ik ook ff geholpen met het bereiden van de chemicaliën en uiteindelijk het spuiten op de planten. Later deze week kreeg ik een kijkje in de keuken van de afdeling Scouting en Monitoring. Dit department kijkt of er beesten in een plant zitten en hoeveel. Met de informatie die zij opmaken weet de Plant Protection department welke chemicaliën bereid moeten worden.

Woesdag na het werk gingen ik en Jannis verder werken aan de pizza oven die nog steeds niet af is. Ik heb met Jannis afgesproken dat ik een pizza krijg uit de oven voordat Freek en Ik weer naar Nederland gaan. En het heeft gewerkt want de pizza oven is zo goed als af, alleen de finishing touch en dan kunnen we gaan bakken.

Zondag hebben wij afgesproken met Bas (General Manager of the Farm). Hij wilde ons graag meenemen naar Langano. Langano is een ‘wildpark’ met mooie natuurverschijnselen. Maar voordat we daar aankwamen moesten wij er eerst nog heen rijden.
Tijdens deze rit zagen wij zoals gewoonlijk weer heel wat aparte dingen (voor ons dan). Het blijft me dan ook verbazen dat sommige auto’s hier gewoon nog rijden en met wat voor ladingen. Uiteraard om de 25 km lag er wel een vrachtwagen in de bomen of een auto op de kant, maar dat is zoals bas zegt heel gewoon.
Langs de weg waren ook een paar kuddes met dromedarissen, dus ik vroeg aan Bas kun je even de auto aan de kant zetten. Het antwoord wat ik daarop kreeg was duidelijk. Dat ging hij zeker niet doen, want als je een foto van de dieren maakt krijg takken naar je hoofd en worden er stenen naar je hoofd geschoten met een katapult haha.
Maar nu zul je vast denken, deze dieren leven toch in de woestijn. Dat dacht ik ook, maar omdat er geen eten is rond deze tijd trekken de nomaden met hun vee naar het binnen land om hier alle kaktussen op te eten. Ook waren er zoals gewoonlijk weer blinde ezels die ineens de weg oversteken of gewoon blijven staan. Je kan dan toeteren wat je wilt maar reageren doen ze niet. De enige oplossing is om ze dan een klein tikje te geven.
Ook scheelde het maar een paar keer een paar cm of we hadden een hond uit de grill van de auto kunnen peuteren, want ja die kijken ook nergens naar.

Toen we uiteindelijk bij het park aangekomen waren kocht Bas de kaartjes en nam er ook een gids bij. Deze gids is een bewoner van het park en weet dus ook alle mooie plekken. Als eerst reden we langs een paar struisvogels en een groepje Thomson gazelles. Later na een hele bergbeklimming over de rotsen kwamen wij aan bij een mooi uitzichtpunt over de vallei en de twee meren die er lagen. Vervolgens reden wij naar de meren toe waar een paar flamingo’s waren. Helaas was er te weinig water om veel flamingo’s te kunnen zien, maar gelukkig hebben wij er een paar gespot.
Toen we weer een paar honderd meter verder reden kwamen wij bij de Hot Springs. Deze plek is heel bijzonder doordat er kokend water uit de grond komt borrelen. Van deze Hot Springs maken de Ethiopiërs dankbaar gebruik.
In Ethiopië heb je uiteraard weinig tot geen wasmachines, maar wordt alles met de hand gewassen. Ook een douche is heel uitzonderlijk. Omdat er warm water uit de Hot Springs komt komen de Ethiopiërs allemaal naar deze plek om zich te wassen en de kleding te wassen.

Nadat we alles in het park gezien hadden zijn we naar een van de ‘duurste’ restaurants in de omgeving gegaan genaamd Sabana. In dat restaurant waren alleen succesvolle Ethiopiërs en toeristen. Na wat te hebben gegeten gingen we weer terug naar de farm en zat onze 3e week er alweer op.

dus al dus is de 3e week alweer voorbijgevlogen en zitten we al bijna op 1/3 van onze stage.
Tot volgende week bij weer een nieuw verslagje!!!!!!